Dienstplicht en militaire inzet tijdens de Tweede Wereldoorlog

In Nederland kennen we sinds 1810 de dienstplicht. Deze werd destijds onder de naam conscriptie ingevoerd toen het Franse keizerrijk de Nederlanden bezette. Sinds 1997 is de opkomstplicht opgeschort. Dit betekent dat dienstplichtigen zich — zolang deze opschorting van kracht is — niet hoeven te melden voor militaire dienst.

In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog was de dienstplicht nog volledig van kracht. Vele jonge mannen moesten zich melden en hun diensttijd vervullen. Vanwege de oplopende spanningen riep de Nederlandse regering in 1939 de mobilisatie uit. Dit hield in dat dienstplichtige militairen onder de wapenen werden geroepen.

 

Meldingsoproep voor de heer Paulus Bijnen uit Waalre om
zich te melden voor voor militairedienst.

Paulus Bijnen

Toen in mei 1940 het Duitse leger Nederland binnenviel, stonden zo’n 280.000 dienstplichtigen en beroepsmilitairen paraat. Ongeveer 2.300 van hen zouden sneuvelen of later aan hun verwondingen bezwijken.

Lokale slachtoffers: LINK

  • Uit Aalst sneuvelde de 27-jarige Gerrit Schoenmakers bij gevechten om een brug bij Tilburg. 

  • Uit de gemeente Valkenswaard sneuvelden drie militairen:

    • De 26-jarige Wilhelmus Godefridus Pas (bij Roermond),

    • De 25-jarige Jan Poppeliers (bij Sint Agatha),

    • De 20-jarige Henricus Rijkers (bij Hardinxveld).

Jan Poppeliers tijdens zijn diensttijd. Hij ligt op  de voorgrond rechts.

De kazemat waarin Jan Poppeliers sneuvelde staat tegenwoordig ter bezichtiging bij het oorlogsmuseum in Overloon.

Na de capitulatie werden zo’n 22.000 Nederlandse militairen naar Duitse kampen afgevoerd. De meeste militairen — ongeveer 250.000 — bleven echter in hun kazernes onder toezicht. Eind mei 1940 kregen zij hun vrijheid terug en werden op groot verlof gestuurd.

Beroepsmilitairen moesten een erewoordverklaring ondertekenen waarin zij beloofden geen schade toe te brengen aan de Duitse staat. Van de ruim 12.400 beroepsmilitairen weigerden 69 deze verklaring te tekenen. Zij bleven krijgsgevangenen.

In februari 1941 verscheen in de kranten een oproep:

“Aanmeldingsplicht beroepsofficieren.”
Voormalige beroepsofficieren moesten zich melden. Bij afwezigheid of het geven van foutieve gegevens volgde straf. De Duitsers wilden via registratie en administratie deze groep nauwlettend in de gaten houden.

Naarmate de bezetting voortduurde, groeide het verzet. Relatief veel oud-militairen sloten zich hierbij aan. Zij hadden ervaring, waren getraind en hadden vaak al tegen de Duitsers gevochten.

In april 1942 besloot de bezetter alsnog om alle voormalige beroepsofficieren krijgsgevangen te maken. Duitsgezinde officieren of zij met onmisbare beroepen werden vrijgelaten. De rest werd afgevoerd naar krijgsgevangenkampen. Op 20 februari 1943 volgden ook de Nederlandse aspirant-beroepsofficieren.

Ondertussen nam de onvrede over de Arbeitseinsatz toe. Steeds meer Nederlanders werden verplicht in Duitsland te gaan werken. Velen doken onder; de opkomst was veel lager dan gehoopt. De Duitsers verzonnen daarom een list.

Op 29 april 1943 verscheen een bevel in de Nederlandse kranten:

Een oproep aan alle voormalige Nederlandse militairen om zich te melden.
Zij zouden zogenaamd in krijgsgevangenschap worden genomen uit teleurstelling over hun gedrag. In werkelijkheid wilde men hen inzetten als arbeidskracht.

Dit leidde tot massaal verzet, met als gevolg de April-Meistaking van 1943.
Ook bij Philips in Eindhoven werd gestaakt. Om een einde te maken aan de staking werden vele arbeiders opgepakt. Zeven van hen werden na een schijnproces geëxecuteerd op het Philipsterrein, als waarschuwing.
Onder hen bevond zich ook Gerardus Werts uit Valkenswaard. LINK 

Hoewel de Duitsers rekenden op 300.000 oud-militairen, belandden uiteindelijk slechts 8.500 daadwerkelijk in krijgsgevangenschap. Velen doken onder, anderen kregen wonderbaarlijk genoeg gratie.

Een blik op de lange lijst militairen uit de gemeente Waalre die op groot verlof gingen, leert dat slechts twee mannen — de gebroeders Van Gastel — na 1943 alsnog krijgsgevangen werden gemaakt.

Uit Valkenswaard tonen de eerste onderzoeken dat Wilhelmus Heystee en Wilhelmus Cornelis Verdonk in 1943 in gevangenschap belandden. Op 19 januari 1944 werd ook Cornelius Koot uit Valkenswaard gevangen genomen.

 

Krijgsgevangenkaarten van de broeders van Gastel.

Oproep aan het publiek

Het onderzoek naar dienstplichtige militairen is moeilijk: veel informatie is verspreid over diverse archieven.
Heeft u familieleden uit Valkenswaard of Waalre die in 1940 in het Nederlandse leger hebben gediend?
Laat het ons weten. Zo kunnen we samen de lijst compleet maken.