Het gezin Wijnen woonde met twee kinderen aan de Antoniusstraat nummer 20 te Valkenswaard.
Peter was werkeloos en werd al snel door de Duitsers ingezet om voor hen te werken. Eerst op het vliegveld in Eindhoven en daarna in Den Helder. In Den Helder beland hij in het hospitaal. Op het moment dat hij daar ontslagen werd bleek dat al zijn werkcollega’s en zijn spullen reeds naar Duitsland waren gestuurd voor arbeidsinzet aldaar.
Peter ging hierop naar Valkenswaard en legde diverse oproepen om zich te melden naast zich neer. Hij dook onder bij zijn broer. In juni 1942 werd zijn vrouw ziek en Peter ging naar huis om haar te bezoeken. Op dat moment kwamen er twee politieagenten hem arresteren. Vanuit het politiebureau ging hij rechtstreeks naar kamp Amersfoort, waar hij tot oktober 1942 gezeten heeft. Zijn tijd daar heeft hem getekend. Toen hij vandaar op transport werd gesteld naar Duitsland leek hij daar vrede mee te hebben. Erger dan hij het had gehad kon blijkbaar niet wat doet vermoeden dat hij in Amersfoort ernstig is mishandeld.
Uit een ooggetuigen rapport blijkt dat Peter het erg zwaar had in Duitsland. Van de ”en op andere dag was hij verdwenen. Zijn lichaam is later uit een meer gevist. Waarschijnlijk heeft Peter zich door alle ellende verdonken.