Duitse tegenaanval op de brug

Hieronder de tekst uit het boek: “De Weg naar Valkenswaard”.

De ochtend van 14 september 1944 begint mistig, wat erg gunstig was voor de Duitsers. Ze openenden de aanval net na 09.00 uur met een korte inleidende beschieting. Deze had slechts weinig effect. De Duitsers voerden hun aanval uit vanuit twee richtingen. Rond 09.30 uur kwam Luftwaffejäger Batallion z.b.V. 6 met ondersteuning van minstens vier Sturmgeschütze van Schwere Heeres panzerjäger  Abteilung 559, uit noordelijke richting over de grote weg. Ze stuitte op de posities van No. 1 company Coldstream Guards.

Deze werden ondersteund door antitank kanonnen van het 21st antitank regiment en de tanks van C Squadron 15th/19th king’s royal Hussars. Vrijwel meteen boekte de Duitsers een treffer en wisten ze een 17 ponder antitank geschut uit te schakelen. Daarna lukte het de gemotoriseerde kanonnen nog, om drie tanks van de Hussars uit te schakelen. Sergeant Hollis en zijn schutter Jewiss, No. 2 Troop C Squadron 15/19 H, weet in korte tijd met hun Challenger, drie Sturmgeschütze uit te schakelen.

Hierdoor begint het tij te keren. Omdat de Duitse aanval hierbij drie van de vier gemotoriseerde kanonnen had verloren en de infanterie ook geen beslissende doorbraak kon forceren, liep de aanvalsgolf van deze zijde op niets uit. Hierna werd het al vrij snel weer rustig in deze sector. Sergeant Hollis zou voor zijn actie de Military Medal uitgereikt krijgen.

Tegelijkertijd hadden de mannen van Oberst Von der Heydte hun aanval ingezet vanuit het noordwesten. In de mist waren de Duitsers lange tijd voor eigen troepen aangezien door de Britten. Pas toen de Duitsers het hoofdkwartier van de Coldstream Guards, in de kerk van Lommel Kolonie, op tweehonderd meter hadden weten te naderen, werden ze herkend. De tanks van Lieutenant Ireland , No. 4 Troop, A Squadron, 15/19 H, namen de Duitsers onder vuur. Deze actie veroorzaakte een slachting onder de Duitsers.

Toen de mist na een uur begon op te trekken, kreeg Lieutenant Winkley, No. 2 Troop, A Squadron, 15/19 H, de opdracht om de huizen en omgeving ten westen van Lommel Kolonie te zuiveren van Duitsers. Bij deze actie werd zijn tank getroffen door een Panzerfaust. De Lieutenant en Trooper Horley raakten hierbij gewond.

Ondanks zijn verwondingen wist Horley zijn commandant uit te tank te bevrijden. Hierna rende hij door het open terrein terwijl hij continu onder vuur lag. Hij wist rapport uit te brengen bij Major Pearson. Direct hierna zakte in elkaar en werd hij naar het hospitaal afgevoerd. Hem werd voor deze actie de Military Medal toegekend.

Later op de dag kregen de Hussars hulp van een peloton infanterie van de Irish Guards om de regio te zuiveren. De infanterie slaagde erin om de Duitsers uit de huizen te drijven, de open velden in. Hier konden ze gemakkelijk uitgeschakeld worden door No. 3 Troop, A Squadron 15/19 H, onder leiding van Lieutenant Eggerton, die met zijn mannen een goede positie had ingenomen. De mannen van de No. 3 Company, 3rd battalion Irish Guards, hadden zich ingegraven in de bossen ten noordwesten van de brug.

Zij kregen te maken met de taaie Fallschirmjägers van I./FJR 6. Golf naar golf, van Duitsers baande zich een weg door de bossen. Hier konden ze een goede positie in nemen met hun machinegeweren en Panzerfausten. De Duitsers wisten zo het hele peloton van Lieutenant Kennard te omsingelen. Bij deze gevechten sneuvelde de Lieutenant samen met drie van zijn soldaten.

Major Dudley, de bevelhebber van de compagnie, wilde ondertussen een tank vanuit het hoofdkwartier naar het omsingelde peloton sturen. De bemanning van de tank bevond zich op een kleine kilometer afstand en wist de weg niet in de bossen. Deze bossen zaten ondertussen vol met Duitsers. De compagnies ordenance, Guardsman Moynihan, bood zich vrijwillig aan om de tank naar het peloton te gidsen. Hierna melde hij zich weer bij de Major. Na het melden ging hij weer terug naar het peloton om de overlevende op te gaan halen.

Hij slaagde hier in zonder nog meer mensen te verliezen. Voor deze actie ontving de Guardsman Moynihan de Military Medal.

In de namiddag ondernamen de Britten een tegenaanval om de Duitsers weer te verdringen uit het bruggenhoofd. De Irish Guards raakten hier in de bossen in gevecht met de Duitsers, waarbij geweren, handgranaten en bajonetten werden ingezet. Sergeant McElroy werd in zijn voet getroffen bij het heroveren van zijn pelotons oude posities. Toen Major Dudley poolshoogte kwam nemen trof hij de Sergeant al rond hinkelend aan. De Major stuurde de Sergeant onder hevig protest naar de verbandpost. Toen de Major later op de dag nogmaals kwam kijken, trof hij de Sergeant wederom bij zijn mannen aan. Deze keer werd de Sergeant onder dwang meegenomen en afgeleverd bij de Britse verbandpost.

Bij de tegenaanvallen werden de Irish Guards gesteund door de tanks van A Squadron 15th/19th King’s Royal Hussars. Omdat het terrein zich niet leende voor de tanks, braken de tracks van twee tanks. Terwijl de tanks vast stonden in de bossen, werden ze aangevallen door de Duitsers met Panzerfausten en geweervuur. De tank van Lieutenant Bryce kreeg een voltreffer van een Panzerfaust. De Lieutenant en Trooper Walker sneuvelden hierbij. Trooper Ashley en een vierde bemanningslid raakten gewond. De andere tank kon onder vuur gerepareerd worden en wist zich uit het bos terug te trekken.

Mede dankzij het dekkingsvuur dat gegeven werd door de tanks van Sergeant Jackson en Captain Luttrell. De tank van Lieutenant Bryce moest worden achtergelaten in het bos met de twee lichamen van de slachtoffers er nog in. Later schoot ook No. 3 Troop van het B Squadron 15th/19th King’s Royal Hussars, te hulp. Het was toen ondertussen al 16.30 uur. Tegen de avond openden de Duitsers mortier en artillerievuur op de Britten. Deze verwachtte wederom een tegenaanval, die gelukkig uitbleef. Het vuur was bedoeld om de Duitsers die zich nog in het gebied bevonden een gedekte aftocht te bieden. Hierna probeerden de Duitsers, vanwege het gebrek aan munitie, alleen nog maar gericht op de brug te schieten. Deze wisten ze niet te raken, maar bij toeval, boekten ze een treffer op een munitiewagen van de Colstream Guards.

Deze stond geparkeerd bij het hoofdkwartier in Lommel Kolonie. Naast deze truck stond nog een munitie truck. Het doek van de truck stond al in brand toen de Regimental Sergeant Major Smith in de wagen sprong, en dezenaar een veilige afstand reed. Helaas waren de Drill Sergeant Reason en de Company Sergeant Major Griffiths al om het leven gekomen door de explosies van de eerste truck. De R.S.M. Smith ontving voor zijn actie de Distinguished Conduct Medal.

Het was de Duitsers al snel duidelijk dat het ontbreken van een goede artillerie ondersteuning hen de das had omgedaan. De eenheid die het grootste deel op zich zou nemen, onder Kampfgruppe Chill vanuit de omgeving Retie, hadden nooit van de Kampfgruppe Walther het verzoek tot ondersteuning ontvangen.

De Kampfgruppe zijn eigen artillerie, onder leiding van Krausse, was zonder munitie komen te zitten. Hierdoor konden ze hun vuur niet doorzetten. De Duitsers hadden bij de aanval op de brug veel materieel en personeel verloren. Voor hen zat niets anders meer op, dan de verdediging te gaan en de Britse aanval af te wachten

Meer weten?

In ons boek “The road to Valkenswaard” komt deze episode uitgebreid aan bod. Deze is te bestellen via info@erfgoed40-45.nl

De volgende boeken zijn ook erg informatief:
* Autumn Gale/ Herbst sturm – Jack Didden en Maarten Swarts http://www.autumngale.com/nl/
* Kampfgruppe Walther and Panzerbrigade 107 – Jack Didden en Maarten Swarts http://www.autumngale.com/kampfgruppe-walther/
* De brug tot Market Garden – J. Israël

Na de aanval blijven de Duitse voertuigen brandend achter. (Source: Imperial War Museum )