Johannes woonde bij zijn ouders aan de Zeelbergscheweg 41 te Valkenswaard. Als sigarenmaker kwam hij al snel in aamerking voor de Arbeidseinsatz. Om niet naar Duitsland te hoeven dook Johannes onder.
Johannes raakte al snel betrokken bij het verzet. Hij was op veel fronten actief zoals bijvoorbeeld het laten onderduiken en vervoeren van neergekomen vliegtuig bemanningen. Hij werd uiteindelijk ondercommandant van de verzetsgroep P.A.N. afdeling Valkenswaard.
Na de bevrijding vormde hij een verzetsgroep (zie foto onder) en spoorde hij actief achtergebleven Duitsers op. Eind september hoorde Johannes een bericht via radio Oranje dat men vrijwilligers zocht om mee te vechten. Deze vrijwilligers waren gelegerd in Maastricht waarna ze naar Engeland zouden gaan om daar opgeleid te worden. Johannes vertrok richting Maastricht. Daar angekomen bleek dat het opleiden nog wel een half jaar op zich kon laten wachten.
Zoveel geduld had Johannes niet en via via kwam hij in contact met het 823e tank destroyer bataljon. Hij kon zich hierbij aansluiten en vocht met deze eenheid in Duitsland. Tijdens een wachtdienst op 18 oktober 1944, werd hij getroffen door een granaat. Hij vroeg nog om een arts maar overleed ter plekke.
Zijn lichaam werd naar Valkenswaard overgebracht waar hij met militaire eer werd begraven.