De NAD en kamp “De Valk” in Valkenswaard

Tijdens de Duitse bezetting van Nederland (1940–1945) werd de Nederlandse samenleving op veel manieren beïnvloed door de ideologie van het nationaalsocialisme. Een duidelijk voorbeeld hiervan was de oprichting van de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD): een organisatie die jonge Nederlandse mannen “opvoedde” tot gehoorzame, hardwerkende leden van de zogenaamde nieuwe orde.

Vanaf 1942 werd deelname aan de NAD verplicht voor mannen tussen 18 en 23 jaar. Ze werden ondergebracht in kampen verspreid over Nederland, waar ze in militaire stijl leefden en werkten. Het werk bestond vooral uit landontginning, bosbouw en infrastructurele werkzaamheden. De mannen die hierbij ingedeeld, werden, belanden in een kamp, vaak ver van eigen dorp.  Hierdoor hat het NAD niet alleen een lokale, maar ook een nationale impact had.

Kamp “De Valk”

Eén van deze kampen bevond zich in Valkenswaard, aan de rand van het dorp, vlak langs de weg richting Leende.. Het kamp, nummer 424 “De Valk”,  bestond uit eenvoudige houten barakken waarin tientallen jonge mannen verbleven. Hun dagen werden gestructureerd door arbeid, exercitie, gezamenlijke maaltijden en ideologische “vorming”. Hoewel het kamp uiterlijk leek op jeugdopleidingskampen uit de jaren dertig, was het in werkelijkheid een instrument van propaganda en disciplinering.

Een beladen naoorlogs hoofdstuk

Na de bevrijding in 1944 kreeg kamp “De Valk” een nieuwe bestemming. Het terrein en de barakken werden eerst gebruikt voor de gearresteerde NSB-ers en “foute” Nederlanders. Later werd het gebruikt voor de opvang van staatlozen – mensen zonder officiële nationaliteit of vast woonadres, vaak afkomstig uit Oost-Europa of voormalig bezet gebied.

De omstandigheden in dit naoorlogse opvangkamp waren echter zorgwekkend. Diverse inspecties en rapporten van overheidsinstanties wezen op ernstige tekortkomingen: slechte huisvesting, gebrekkige voorzieningen, en vooral de situatie van vrouwen in het kamp kwam herhaaldelijk negatief in beeld. De overheid ontving meerdere klachten en voerde correspondentie over de misstanden, wat duidt op een structureel probleem dat moeilijk werd opgelost.

Naast de opvang van stateloze is het kamp ook gebruikt als huisvesting door een compagnie ban de afdeling grensbewaking. Nadat alle gebruikers het kamp hadden verlaten is het al snel afgebroken.

Herinnering en betekenis

Vandaag de dag zijn de fysieke sporen van kamp “De Valk” grotendeels verdwenen, maar de geschiedenis leeft voort. Het kamp vertelt niet alleen een verhaal over dwangarbeid en propaganda tijdens de bezetting, maar ook over de moeizame verwerking van oorlog en ontheemding in de jaren daarna.

Deze plek herinnert ons eraan hoe jonge mensen – vrijwillig of onder dwang – onderdeel werden van een groter systeem, en hoe zelfs na de bevrijding de gevolgen van oorlog voelbaar bleven voor velen zonder stem of status.

 

Het onderstaande artikel verscheen op  13 oktober 1941 in het Noorbrabantsch Dagblas:

’n Dag bij den Ned. Arbeidsdienst

De kampen Valkenswaard en Nistelrode

Op uitnodiging van de nieuwe generaal-arbeidsleider L.A.C. de Bock, om met een aantal leden van zijn staf eens te gaan kijken hoe de jongens die zich vrijwillig voor een half jaar aan de Nederlandse Arbeidsdienst hadden verbonden, aan het werk waren, heeft een aantal persvertegenwoordigers in hun kampen en werkobjecten een kijkje genomen.

De Nederlandse Arbeidsdienst verkeert nog in een periode van eerste groei en komende ontwikkeling. Hij staat met zijn dertig jongens- en acht meisjeskampen dus zelf nog in zijn jeugd, maar biedt dan ook de bekoring daarvan en heeft recht op de schragende belangstelling van allen die reeds in het volle leven staan.

Twee kampen in het zuiden – Valkenswaard en Nistelrode, beide voor jongemannen – vormden het doel van de reis.

Als punt van uitgang was ‘s-Hertogenbosch aangewezen, waar des ochtends te negen uur het gezelschap bijeenkwam in het stafgebouw van het Derde Hoofdkorps aan de Havensingel No. 12.

Hopman Van Wely gaf hier een korte inleiding tot de te bezoeken werkobjecten: de aanleg van een nieuwe afwatering en grondverbetering te Valkenswaard en het plantklaar maken van een terrein van 41 hectaren, waar vroeger dennen hebben gestaan die zo zijn gekapt dat alleen de stobben zijn achtergebleven, voor nieuwe bebossing te Nistelrode.

De heer M. Pont, onderhopman en hoofd van het bureau “Pers en Propaganda” van de N.A.D., had voor een keuze van gegevens over de Arbeidsdienst gezorgd en ter toelichting daarvan erop gewezen dat hetgeen de N.A.D. onder de huidige omstandigheden met goede wil en enthousiasme verricht, veelbelovend genoemd mag worden voor een toekomst van vrede, waarin een vrije ontplooiing van alle krachten gewaarborgd is en geen beperkingen ten opzichte van vorming en materiaal meer aanwezig zullen zijn.

Valkenswaard

Per autobus werd nu langs Vught, Boxtel en Eindhoven naar Valkenswaard gereden, waar onderhopman Van Asperen, commandant van het kamp, het gezelschap rondleidde.

Een aardige poort, naar eigen ontwerp door leden der kampgemeenschap uitgevoerd, vormt de toegang tot het kamp, dat in het centrum ligt van het werkobject: de aanleg van een slingerende beek van 1600 meter met tussenvijver en bijkomende werkzaamheden ten behoeve van de afwatering en de voorbereiding van de verbetering van niet minder dan 200 hectaren cultuurgrond.

Toen deze kampgemeenschap, uit ongeveer 150 man bestaande, half mei j.l. te Valkenswaard haar intrek nam, was er van het kamp zelf nog vrijwel niets te zien. De funderingen voor de houten barakken, die thans het kamp een vrolijk aanzien geven, moesten nog worden gemetseld. De barakken zelf zijn uit Duitsland ontvangen, compleet in alle onderdelen, die volgens systeem in elkaar worden gezet en evenzo uitneembaar zijn.

Elk kamp bestaat uit een aantal slaapbarakken, werk- en dienstkamers, eetzaal — tevens zaal voor gemeenschappelijke besprekingen en ontspanning — keuken, bad- en waslokalen enz.

Reeds vijftig van deze complete kampen van Duits materiaal zijn in verschillende delen des lands aanwezig. Daarvan zijn er veertig in gebruik, terwijl de overige nog moeten worden gemonteerd. Zij kunnen elk 150 tot 240 man behoorlijk bergen.

Een rondgang door het Valkenswaardse kamp gaf de overtuiging dat letterlijk alles aanwezig is wat het kampleven voor zijn jonge deelnemers nodig heeft. Met eigen krachten uit de Nederlandse kampgemeenschap is hier alles opgebouwd en ingericht. Prettig aandoende versieringen, door enkele jongemannen vervaardigde aardige tekeningen aan de wanden van de eetzaal e.d., voltooien het geheel.

Het eerste werkobject – de beekaanleg – vordert gestadig. Bij het graven van de vijver is een eilandje uitgespaard, dat een speciale beplanting krijgt en dat straks aan deze vijver een behoorlijk aanzien zal geven. Enige rustieke naaldhouten bruggetjes, door de kampdeelnemers vervaardigd, zullen hier en daar de oevers van de beek met elkaar verbinden. Hoogteverschil tussen begin- en eindpunt van de beek zal een geregelde doorstroming verzekeren.

Op het middenterrein van het kamp staan twee voorlopige vlaggenmasten, welke binnenkort door masten van 12 meter hoogte zullen worden vervangen, opdat men ver in de omtrek het dundoek zal kunnen zien wapperen.

Nistelrode

In de namiddag werd het kamp te Nistelrode in ogenschouw genomen. Het werkobject, dat deel uitmaakt van de gemeentebossen van Nistelrode, bevindt zich ongeveer 2½ km ten oosten van dorp en kamp.

Wij zagen hier de jongemannen, in de door hen gegraven van één tot twee meter diepe werkputten, aan het werk: het afgraven en doorspitten van de bovenste grondlagen, het verwijderen van stobben en dode dennewortels, het opruimen van het op vele plaatsen in de grond aanwezige grind enz.

Waar grind aanwezig blijkt te zijn, wordt tot een diepte van ruim twee meter gegraven, terwijl in het andere geval een omspitting tot 80 centimeter diepte voldoende is. De gerooide stobben worden aan hopen gezet en voor verbrandingsdoeleinden bestemd.

De omspitting geschiedt zodanig, dat de zwarte bovenlaag wordt behouden voor de toekomstige beplanting met eenjarige dennen, waarvoor de nodige plantgaten worden gegraven. Bovendien zullen straks eikels worden gezaaid voor tussenbeplanting en verder zullen jonge berken bij wijze van singelbeplanting worden geplaatst.

Deze berken dragen niet alleen bij tot verfraaiing van het aanzien van het bos, doch zij beschermen tevens de jonge dennetjes tegen de scherpe wind, die voor hun groei noodlottige gevolgen zou hebben. Ook de tussenbeplanting met eiken, die sneller dan de dennen opgroeien, heeft een dergelijk doel.

Voor al deze werkzaamheden geeft de Nederlandse Heidemaatschappij deskundig advies en er is steeds een opzichter van deze instelling op het werk aanwezig, althans zolang de N.A.D. nog niet zelf over bosbouwkundig personeel in zijn kader beschikt. Voorts wordt grote medewerking ondervonden van Staatsbosbeheer, Rijksdienst voor de Werkverruiming en de Nederlandse Grondmaatschappij.

Daar de Arbeidsdienst in de eerste plaats een opvoedingsinstituut is, wordt het werk zo ingedeeld dat iedere arbeidsman in staat wordt gesteld een compleet stuk werk af te leveren. Daarom wordt niet het gehele terrein tegelijk onderhanden genomen — zoals bijvoorbeeld in werkverschaffing pleegt te geschieden — doch telkens een gedeelte dat kant en klaar wordt afgewerkt, voor zover dat binnen het halfjaar mogelijk is.

De werkobjecten van de N.A.D. moeten immers niet worden gezien als doel, maar als middelen om te geraken tot het doel: de vorming van een sterke band tussen alle Nederlanders.

Naast het opvoedende element van de arbeid speelt bij de N.A.D. de vorming van de jonge staatsburger in lichamelijke en geestelijke zin een belangrijke rol. Veel tijd wordt daarom besteed aan lichamelijke oefeningen en aan de bevordering van kennis, die het nationaal zelfbewustzijn kan versterken.

Aan ontspanning in de vrije uren wordt bij de Arbeidsdienst grote aandacht gewijd en kameraadschapsavonden, tezamen met het kader en met de kampleider, worden geregeld belegd. Medisch toezicht wordt voortdurend gehouden.

In het kamp Nistelrode, dat in gebouwen van Nederlands materiaal is gevestigd, waarbij veel naar eigen ontwerp kon worden opgetrokken, nam het bezoekend gezelschap deel aan de gemeenschappelijke maaltijd met de jongens. Hopman H.A. Treu, die de leiding van dit kamp heeft, hield een gloedvolle toespraak. De kampjongens zongen gezamenlijk enkele liederen uit een eigen bundel van 50 stuks, getiteld “Cantecleer”. Opzichter J. Stemmerik hield tot de jongens de dagelijkse toespraak over een onderwerp van nationale betekenis en sprak ditmaal over Michiel Adriaanszoon de Ruyter.

Generaal-arbeidsleider De Bock zette in een korte rede de doelstelling van de Arbeidsdienst uiteen en wees vooral op de noodzaak van onderling vertrouwen in alle geledingen van de N.A.D. De leiding, zo verzekerde spreker, zal alles doen om de Arbeidsdienst naar boven te brengen en om deze aan zijn taak als opvoedingsinstituut volledig te doen beantwoorden. De Arbeidsdienst houdt niet van partijpolitiek, maar is nationaal en tegelijk socialistisch. Wat gij hier beleeft, aldus spreker, is nationaalsocialisme in praktische zin, want wij dienen het gehele volk en niet een gedeelte daarvan. Daarom zou spreker zo graag zien dat het gehele Nederlandse volk begreep hoe het in de kampen van de Arbeidsdienst toegaat.

In de namiddag werden de groepsoefeningen in het kamp bijgewoond en werd een wandeling door de kampgebouwen ondernomen, die in alle opzichten tiptop zijn ingericht en waarbij zelfs een openluchttheater in voorbereiding is.

De buitengewoon geslaagde excursie eindigde in Den Bosch met een gezellig samenzijn.

Logo van de Nederlandse Arbeidsdienst.

Appèl op kamp 424 “De Valk”. Interessant detail is dat dit de enige plek in Valkenswaard was waar tijdens de bezetting de Nederlandse driekleur heeft gewapperd.

Kamp 424 “De Valk”.

Mannen van kamp 424 “De Valk” aan het werk bij de visvijvers nabij het kamp.

Ansichtkaart van de  Nederlandse Arbeidsdienst, verstuurt door een Arbeidsman vanuit kamp “De Valk” no. 424.
(Bron: Stichting)

Een foto van gedeeltelijke barakken van kamp 424 “De Valk”. 

Stuk uit de Telegraaf van 11 oktober 1941.