Het gezin Couwenberg woonde met 10 kinderen op de Akkerstraat 100 te Valkenswaard. Enkele van de jongens hadden werk als sigarenmaker en kwamen al in juni 1942 in aanmerking voor de Arbeidseinsatz. Zo ook de twee zonen Johannes en Chiel. Toen ze samen met de andere sigarenmakers uit de regio aankwamen in Oberndorf kregen ze de keuze of ze voor de Mauserfabrieken in Oberndorf of in Karlsruhe wilde gaan werken. In tegenstelling tot de meeste arbeiders kozen de broers voor Karlsruhe.
In Karlsruhe werd Johannes ernstig ziek. Er werd gesproken van ziekte door heimwee. Het ging zo slecht met hem dat hij in juni 1943 met verlof werd gestuurd naar Valkenswaard. Zijn broer Chiel mocht hem vergezellen op de belofte dat hij direct na het transport van Johannes terug zou keren. Johannes arriveerde per brancard in Valkenswaard en arriveerde in slechte staat thuis. Chiel wist een Ausweis te bemachtigen waarop stond dat hij voor Phillips werkte waardoor hij niet terug hoefde naar Duitsland.
Johannes bezweek op 30 september 1943 thuis aan zijn ziekte.