Bevrijding van Aalst-Waalre 18 September 1944
Rond 05.30 uur in de morgen vervolgen de Britten hun opmars naar het noorden. Als eerste gaan de “Daimler scout cars” van het 2nd Household Cavalry richting Aalst. Deze voertuigen worden door twee man bemand en zijn uitgerust met een machinegeweer en een radio. Voorzichtig speuren deze verkenners de weg en bossen af naar eventuele Duitse stellingen om zo te voorkomen dat ze weer in een Duitse val terechtkomen, zoals de vorige dag. Luitenant Tabor die met nog een voertuig bestuurd door korporaal Sparrow voorop rijdt ziet al snel dat er twee Duitse “sturmgeschütze” en een “jagdpanther” tank staan op de huidige Valkenswaardseweg.
Deze voertuigen behoorden tot de Panzerjäger- abteilung 559 die het Britse grondleger al lastig viel sinds de gevechten rond het Belgische Geel. De bemanning van de Duitse voertuigen stond naast hun voertuig en ze worden opgeschrikt door een salvo machinegeweervuur van korporaal Sparrow. Terwijl de Duitse bemanning snel in hun voertuigen klimt, vraagt luitenant Tabor via de radio om versterking in de vorm van tanks van de Irish Guards. Nog voordat deze arriveren starten de Duitsers hun motoren en rijden snel naar Aalst. Hierna worden de Britten op hun weg naar Aalst nog geregeld lastig gevallen door licht verzet en sluipschutters vanuit beide zijden van de weg. Deze Duitse weerstand komt van eenheden van het Regiment Von Hofman. Zij hebben zich na de gevechten van de vorige dag van Valkenswaard naar Aalst teruggetrokken
Hulp van het Verzet.
Als Luitenant Tabor met zijn mannen Aalst nadert komt hij voor een nieuwe uitdaging te staan. Op de kruising van de Valkenswaardseweg en de Julianastraat staat een zwaar kanon op rupsbanden (een zogenaamd “sturmgeschütz III”) richting Valkenswaard. Tabor vraagt weer assistentie van de Irish Guards. Sergeant Bertie Cowan boekt met zijn sherman ´firefly´ tank enkele treffers. Wat de Engelsen echter niet weten is dat het voertuig die ochtend al eerder zijn track eraf heeft gereden waarna de bemanning het voertuig heeft verlaten. De Engelsen verliezen hier wat kostbare tijd tegenover het onbemande stuk. Even daarna loopt (volgens Ir. C. Los) een man van het verzet, gekleed in blauwe overall met oranje armband, door het bos langs de Valkenswaardseweg naar de Engelsen.
Deze man weet de Britse tankbemanning te vertellen dat de “sturmgeschütz” beschadigd is aan zijn rupsband en inmiddels verlaten. De Duitse bemanning van het voertuig had het voertuig laten staan en was naar een tweede voertuig gerend dat iets terug voor de kapper geparkeerd stond. Ze waren hierbij ingestapt en richting Eindhoven gereden. Ook overhandigt hij de Irish Guards een door het verzet vervaardigde kaart met daarop de Duitse stellingen tot aan Eindhoven.
Terwijl de verzetsman nog in bespreking is met de Irish Guards waren de verkenners van de Household Cavalry al verder gereden zonder de kaart bekeken te hebben en dus niet wetende wat ze nog konden verwachten.
In Aalst kwamen de mannen van Tabor geen tegenstand meer tegen maar even voorbij de brug over de Tongelreep ten noorden van de kom van Aalst zagen zij weer een “sturmgeschütz” aan de rechterzijde van de weg verscholen staan. Een Duitse motor met zijspan kwam vanuit Eindhoven aanrijden. De mannen van Tabor vuurden net als eerder die morgen met hun machinegeweren om het gevaar te verjagen. De Duitse tank vuurde drie schoten met zijn kanon, maar gelukkig voor Tabor´s mannen waren alle schoten te hoog gericht. Daarop reden de motor, de “sturmgeschütz” en een nog niet opgemerkte Duitse halftrack (een voertuig met rupsbanden achter en gewone banden voor) snel richting Eindhoven en verdwenen uit zicht achter de villa Smits van Oyen. De mannen van Tabor zijn nu een stuk voorzichtiger geworden en speuren gespannen de rechterkant van de weg af naar eventuele nieuwe dreigingen. De verrassing was dan ook groot als ze plotseling worden beschoten door een Duits 88 mm kanon vanuit de linkerkant van de weg. De Duitsers hadden hun verdedigingen gebouwd op de lijn Leemerhoef-Eikenburg, ongeveer op de hoogte waar tegenwoordig de A2 loopt. Ze hadden 88mm kanonnen opgesteld net ten zuiden van het bos rondom Eikenburg, en ter hoogte van de Leemerhoeve. Verder hadden ze nog op verschillende plaatsen mitrailleursnesten opgezet en ze waren niet van plan te wijken.
Luitenant Tabor en zijn mannen openen het vuur, en rijden onder de dekking van een rookgranaat terug over de brug richting Aalst. Zodra ze de bocht door zijn ten noorden van het centrum van Aalst zijn ze uit het zicht van de Duitse kanonnen. Deze zelfde ochtend werd er een heilige mis gehouden in de kerk te Aalst, ter ere van het sneuvelen van Marietje Hurkens. Rond 8 uur in de ochtend raakte een granaat de kerk waardoor er stof en puin naar beneden kwam. De mensen in de kerk vluchtten hierna in de kelder.
Ook de Irish Guards, die met hun tanks ondertussen gevorderd waren tot aan de mannen van Luitenant Tabor, gingen niet verder. Iedere keer als een tank van de Guards probeerde voorbij de bocht te komen werd deze getrakteerd op het vuur van de 88mm kanonnen. Om herhaling van de tankval van de dag ervoor te voorkomen gingen de mannen nu uiterst voorzichtig te werk.
Net als de dag ervoor werd er een beroep gedaan op de Typhoongevechtsvliegtuigen maar tot grote verbazing werd dit ontzegd. Hoewel de lucht boven Aalst helder was bleek er op de Belgische vliegvelden een mist te hangen waardoor de vliegtuigen niet konden opstijgen. Ondertussen moest ook artillerie vanuit
de legertros naar voren worden geschoven, wat niet eenvoudig was aangezien de hele weg tot aan België vol stond met voertuigen van het Britse grondleger.
Een Britse tank die bij de kerk stond vuurde op een Duitse vrachtwagen die op de Laarstraat reed. Vlak hiervoor waren er nog kinderen op deze weg aanwezig, maar gelukkig was de knecht van de familie Van der Sanden komen waarschuwen dat de Duitsers de brug naar Eindhoven wilden opblazen en dat iedereen beter naar binnen kon gaan. Hierbij zijn dan ook geen burgerslachtoffers gevallen. Een andere Britse tank nam een positie in tussen de huizen van de Laarstraat en kon zo het 88mm kanon en de mitrailleurnesten rond de Leemerhoeve bestrijden zonder zelf in het vizier te komen.
Uit het dagboek van Wolda:
Voor de inwoners van Aalst begon de dag doodstil. Dan klinken er stemmen, vrolijk en luid: Engelse tanks rijden op de grote weg. De mensen komen naar buiten en op de grote weg is al een juichende mensenmenigte. Een langzaam rijdende colonne Engelsen, die met iedereen praten.
Terwijl de Irish Guards nog in hun gevechtsposities stonden in het dorp, stroomden de wegen in het dorp weer vol met mensen die de bevrijding begonnen te vieren. Overal werden vlaggen uitgestoken. De bevrijders werden getrakteerd op fruit en andere zaken zoals sigaren. Op hun beurt deelden de bevrijders chocolade, sigaretten en biscuits uit. Ondertussen wisselden de Britse tanks van nummer 2 squadron Irish Guards en diverse kanonnen schoten uit met de Duitse stellingen maar er kwam weinig vooruitgang. Ook Nr 1 compagnie en nr 1 Squadron die via de Gestelsestraat de stellingen in de flank wilden aanvallen, hadden weinig succes.
Ondertussen reden Britse militairen, in de hoop op een alternatieve route, vanuit Valkenswaard naar Waalre. Een Britse motorrijder stopte bij het postkantoor op de Stationsstraat in Waalre en ging naar binnen. Ook de Engelsen zagen het grote belang van deze lokale communicatiepost in. Ze bezetten het postkantoor met de telefooncentrale maar bleven vriendelijk. Een heel verschil metde Duitsers die er eerder waren.
In Aalst draaiden de tanks via de Wilhelminastraat richting Waalre. Vroeg in de ochtend was er vanuit Valkenswaard een verkenningseenheid onder leiding van Luitenant R.Palmer vertrokken om te kijken naar alternatieve routes. Zo kwamen deze in Waalre. Ze staken de Dommelbrug over richting Meerveldhoven en bereikten via enige omzwervingen als eerste Britten de Amerikanen in Eindhoven. Cornelis Liebregts vertelde hoe hij die dag een verkenningswagen zag rijden op de Onze Lieve Vrouwe dijk richting Veldhoven. Bij een bocht nam de bestuurder de weg te ruim, waarna de wagen op zijn kant in de sloot belandde.
De verkenners sprongen behendig uit de wagen met de wapens in de aanslag. De heer Liebrechts hielp mee om de wagen uit de sloot te krijgen, en al snel was het wagentje op weg naar de brug naar Meerveldhoven. Na de verkenners kwamen de Grenadier Guards met hun tanks vanuit Valkenswaard in het kerkdorp Waalre, waar ze hartelijk werden begroet.
Driek Boelens:
De tanks kwamen over de Heikantstraat van Valkenswaard af. Ook kwamen ze vanaf Dommelen. De eerste tank is daar door de brug gezakt (waar vroeger een watermolen was) en de tweede ging daar langs af door de Dommel heen. Het was maar een zandweggetje en het waren allemaal van die houten noodbruggen. Als je er met de koeien over kwam, dan keken ze door die balken heen in het water en verdrongen elkaar.
Helaas was de alternatieve route die Luitenant Palmer had ontdekt, maar van kort duur. De oorspronkelijke Dommelbrug was namelijk in mei 1940 opgeblazen om de Duitsers te vertragen. In de oorlogsjaren was er wel een houten noodbrug over de Dommel gelegd maar deze was niet geschikt voor de zware Sherman tanks, die Lt. Palmer al snel volgden vanuit Waalre. Een bemanningslid van de Sherman tank die probeerde over de brug te komen, stapte uit en probeerde zijn bestuurder met gebaren te gidsen.
Voorzichtig bewoog de Sherman zich over de houten brug maar het onvermijdelijke gebeurde. De tank raakte van de brug en kwam op zijn zijde in de Dommel terecht. De hele colonne die ondertussen voor de brug stond te wachten nam meteen gevechtposities in, en ook hier was de opmars gestopt. Men moest wachten tot dat het materiaal werd aangevoerd om hier een Baileybrug te slaan.
Ondertussen ging de feestvreugde onder de bevolking van Aalst en Waalre onverminderd door. De Britten die stonden te wachten achter de voorhoede namen het ervan en gingen naar de kapper, dronken wat met de bevolking en poseerden voor diverse foto’s. Natuurlijk ontbrak het ook niet aan aandacht van de jonge dames uit het dorp. Toch waren de gevechten in het dorp nog niet afgelopen. Het georganiseerde verzet (de PAN) begon de straten te zuiveren van los lopende Duitse soldaten, die zich nog steeds tussen de huizen schuil hielden. Bij elkaar maakten de partisanen uit Aalst en Waalre 17 Duitse krijgsgevangenen, die aan de Engelsen worden overgedragen. Om 17.30 uur nam Nr 1 Squadron een Duitser gevangen bij de stellingen ten noorden van de Tongelreep. Deze vertelde dat zijn eenheid de opdracht had gekregen zich terug te trekken en dat hij in de chaos was achtergebleven.
De weg naar Eindhoven blijkt open! Voorzichtig rollen de tanks de weg af richting het centrum van Eindhoven. Hierbij passeren ze de achtergelaten Duitse stellingen. Aalst en Waalre zijn vrij en het is feest in Eindhoven waar de Britten de Amerikaanse parachutisten tegenkomen.
Meer weten?
In ons boek “The road to Valkenswaard” komt deze episode uitgebreid aan bod. Deze is te bestellen via info@erfgoed40-45.nl
Het volgende boek is ook erg informatief:
* Aalst-Waalre in oorlogstijd- R.Bogaars en J. Wallinga